Een aantal particuliere verzekeringen zijn verplicht, de meeste echter niet en deze zijn alleen nuttig afhankelijk van de situatie van de betreffende persoon. Je hebt de volgende verzekeringen:
Van deze verzekeringen zijn de WA verzekering, de ziektekostenverzekering en de autoverzekering verplicht. Hierbij is altijd de basisverzekering verplicht en deze kun je uitbreiden indien je dit wilt. Voor een auto moet je een WA autoverzekering hebben, dit is verplicht, je kunt ervoor kiezen om bijvoorbeeld een All Risk verzekering te nemen, dit is een uitbreiding op de WA autoverzekering.
Afgezien van een wettelijke verplichting kan ook bijvoorbeeld een bank verplichtingen stellen. Als je een hypotheek hebt op een woning dan zal de bank een opstalverzekering verplicht stellen. Zou het huis bijvoorbeeld afbranden dan wil de bank er wel zeker van zijn dat ze het geld terugkrijgen van een verzekeringsmaatschappij.
Bij alle verzekeringen geldt dat je moet kijken of je deze verzekering wel of niet noodzakelijk vindt. Ook moet je per verzekering kijken welke risico’s je wel en niet afgedekt wilt hebben. Je kunt bijvoorbeeld kiezen tussen een doorlopende reisverzekering of per reis een losse verzekering afsluiten. Daarnaast kun je bepaalde risico’s wel of niet mee verzekeren.
Je zet bij alle verzekeringen die je gaat afsluiten op een rijtje welke risico’s je kunt verzekeren en daaruit kies je welke risico’s je afgedekt wilt hebben. Hierdoor betaal je alleen voor de risico’s die je ook daadwerkelijk loopt. Je hebt bijvoorbeeld niks aan een reisverzekering die wintersportongelukken dekt als je nooit op wintersport gaat.
Ook het verzekerde bedrag is belangrijk, met name bij een inboedelverzekering worden hier vaak fouten in gemaakt. Je moet bij een dergelijke verzekering aangeven wat de waarde van je inboedel is en op basis daarvan wordt de premie vastgesteld. Het werkt als volgt, stel dat de waarde van je inboedel feitelijk € 30.000 is.
Je verzekerde bedrag stel je vast op € 60.000.
Je betaalt premies voor een bedrag van € 60.000, gaat de volledige inboedel verloren dan komt een taxateur en die stelt vast dat de waarde € 30.000 was. Je krijgt slechts € 30.000 uitgekeerd van de verzekering, je hebt dus jarenlang teveel premie betaald.
Je verzekerde bedrag stel je vast op € 15.000
Stel de helft van de inboedel gaat verloren, dus met een waarde van € 15.000. De verzekeraar gaat kijken naar de werkelijke waarde, omdat deze € 30.000 was heb je de helft van je inboedel verzekert. De verzekeraar betaalt dus 50% van de schade uit, dit is in dit geval € 7.500. Je krijgt dus altijd verhoudingsgewijs de schade uitgekeerd.
Bij een inboedelverzekering is het belangrijk de verzekerde waarde bij te stellen indien je inboedel wijzigt. Als je grote investeringen doet zoals een nieuwe TV of bankstel dan is het verstandig je verzekerde bedrag bij te stellen om er zeker van te zijn dat de verzekerde waarde overeen komt met de werkelijke waarde.
Hierbij zie je dus het gevaar van oververzekeren en onderverzekeren. Bij oververzekeren betaal je teveel premie, terwijl je bij schade niet het volledige bedrag uitbetaald krijgt. Bij onderverzekeren krijg je verhoudingsgewijs slechts een deel van de schade vergoed.