De Commanditaire Vennootschap, afgekort als CV is een variant op de VOF. Bij de CV heb je beherende vennoten en commanditaire vennoten (ook wel stille vennoten genoemd). De beherende vennoten hebben dezelfde rol als de vennoten van een VOF, ze runnen het bedrijf en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden.
De commanditaire vennoten brengen alleen geld in en runnen het bedrijf niet. Ze investeren dus geld in de CV en zijn niet hoofdelijk aansprakelijk. Als het bedrijf failliet gaat dan zijn ze hun investering wel kwijt, maar hoeven niet hun privé vermogen te gebruiken om de schulden af te betalen, dit in tegenstelling tot de beherende vennoten die dat wel moeten. De inschrijving bij de kamer van koophandel is gratis, alle vennoten moeten naar de kamer van koophandel om het bedrijf in te kunnen schrijven.
Ook hierbij is het belangrijk een duidelijke samenwerkingsovereenkomst op te stellen. Je moet duidelijk afspreken wie welke bevoegdheden heeft. Iemand die als commanditair vennoot veel geld investeert zal ook inspraak willen hebben op de besluitvorming. Hij zal niet bezig zijn met het runnen van het bedrijf, maar wil wel meebeslissen over belangrijke zaken. Dit is iets dat je duidelijk vooraf moet afspreken.
De reden om voor een CV te kiezen is als de ondernemer of ondernemers zelf niet genoeg geld hebben voor het opzetten van het bedrijf. Je kunt dan geld lenen bij een bank of een investeerder zoeken die commanditair vennoot wordt. Geld lenen bij een bank is vaak niet eenvoudig, vooral als startende ondernemer. Het voordeel van een bank is dat je relatief weinig betaalt, je betaalt namelijk rente en niet een winstdeel. Ook houd je zelf de volledige zeggenschap over je bedrijf.
Het voordeel van een investeerder is dat deze meer risico zal accepteren dan een bank. Je betaalt hier wel voor in de vorm van een winstdeel dat je moet uitkeren als het goed gaat. Een investeerder zal een vast bedrag per jaar, een winstdeling of een combinatie van beide willen hebben. Op het moment dat het bedrijf failliet gaat is de investeerder zijn geld kwijt en blijft er geen schuld over. De investeerder loopt hierdoor dus veel meer risico dan een bank en hier betaal je extra voor op het moment dat het wel goed gaat met het bedrijf.
Wat je vaak ziet is dat ondernemers in het begin geld tekort komen en het lastig vinden om bij een bank te lenen. Ze gaan dan naar een kennis met geld en vragen die persoon om te investeren in je bedrijf. Je geeft dan in feite een deel van je bedrijf uit handen en meestal ook een deel van je winst, dit loopt door zolang het bedrijf blijft bestaan. Als het goed gaat lopen zal een investeerder er weinig zin in hebben om zich te laten uitkopen en als dit al kan dan zal dit niet goedkoop zijn. Bij een bank kun je gewoon de lening aflossen en dan ben je klaar.
Stel bijvoorbeeld dat je voor het beginnen van je bedrijf € 100.000 nodig hebt en je hebt zelf € 50.000. Je verwacht dat je met deze investering ongeveer € 50.000 per jaar winst zult maken. Als je een investeerder zoekt voor € 50.000 zal deze waarschijnlijk ook 50% van de winst eisen. Dit betekent dat je elk jaar € 25.000 aan winst moet uitkeren aan de investeerder, je hebt dan na 10 jaar € 250.000 betaald voor een lening van € 50.000 die je eigenlijk alleen het eerste jaar nodig had om mee te beginnen. In dit geval is het dus veel verstandiger om te proberen een lening bij de bank te krijgen.
Mijn advies is alleen voor een investeerder te kiezen als je echt niet op een andere manier aan geld kunt komen of wanneer de investeerder ook een netwerk en/of kennis meebrengt die essentieel is voor de opzet van je onderneming.
De commanditaire vennoot mag overigens niet zelf als ondernemer werkzaam zijn binnen het bedrijf. Sommigen ondernemers denken een trucje te hebben gevonden. Als bijvoorbeeld één van de ondernemers veel privévermogen heeft en de andere niet dan lijkt het gunstig de ondernemer met privévermogen op papier een commanditaire vennoot te maken, zodat zijn vermogen veilig is gesteld. Als je als commanditaire vennoot wel meewerkt in het bedrijf wordt je automatisch aangemerkt als beherende vennoot en ben je dus ook hoofdelijk aansprakelijk. Er wordt altijd gekeken naar de feitelijke situatie, ook als het anders op papier staat.