Bij vaste contracten betaal je iemand een vast bedrag per maand voor een vast aantal uren. Dit hoeft dus niet fulltime te zijn, dit kan ook een parttime contract zijn voor bijvoorbeeld 24 uur per week. Als bij een vast contract iemand ziek is moet je hem of haar gewoon doorbetalen. Ook indien iemand bijvoorbeeld arbeidsongeschikt wordt moet je hem of haar volgens de wettelijke regels doorbetalen.
Je hebt wel wat flexibiliteit in uren, maar alleen als er sprake is van meer uren dan in het contract staat. Als er sprake is van extra uren kun je hier een apart tarief voor afspreken. In veel bedrijven mogen deze overuren op een later moment als vrije uren worden opgenomen of kan de werknemer ze uitbetalen tegen een bepaald tarief.
Je hebt twee soorten vaste contracten, voor bepaalde en onbepaalde tijd. Een contract voor bepaalde tijd loopt af op een bepaalde datum, je hebt bijvoorbeeld vaak een jaarcontract, als het jaar voorbij is gaat de werknemer automatisch uit dienst tenzij het contract wordt verlengd. Let op dat je ook bij een contract voor bepaalde tijd tenminste een maand van te voren aan moet geven aan de werknemer dat het contract niet wordt verlengd.
Een contract voor onbepaalde tijd loopt door tot het moment dat de werknemer besluit ontslag te nemen of tot de werkgever de werknemer ontslaat. Het voordeel van een contract voor bepaalde tijd is dat je het niet hoeft te verlengen als de samenwerking niet goed loopt, je hoeft dan geen ontslagprocedure te volgen.
Ook hier zijn om werknemers te beschermen regels voor opgesteld, je mag iemand niet meer dan 3 keer een contract voor bepaalde tijd aanbieden en je mag ook niet iemand meer dan 2 jaar voor bepaalde tijd in dienst hebben. Zodra je een werknemer dus een vierde contract geeft of wanneer de werknemer meer dan 2 jaar in dienst is dan moet je hem of haar een contract voor onbepaalde tijd geven. Het maakt hierbij niet uit wat in het contract zelf staat, ook al staat er bepaalde tijd in dan nog is het geldig als een contract voor onbepaalde tijd.