Omzetbelasting moet uiteindelijk door de consument betaald worden, het is dus niet de bedoeling dat dit de ondernemer geld kost. Deze belasting wordt niet door de consument rechtstreeks aan de belastingdienst betaald, maar dit gaat via de bedrijven.
Bedrijven zijn dus als het ware een doorgeefluik voor de omzetbelasting. Dit klinkt omslachtig, maar voor de overheid is het anders niet te controleren of de btw op de juiste manier wordt afgedragen. Elke consument zou dan elke aankoop op moeten geven en hier btw over moeten betalen, dit is in de praktijk niet haalbaar.
Het systeem werkt als volgt, over elke transactie wordt btw berekend, degene die het verkoopt moet het afdragen en degene die het inkoopt mag het terugvragen, tenzij degene die koopt een consument is, deze mogen namelijk geen btw terugvragen. Dit ziet er als volgt uit:
De leverancier levert de grondstoffen aan de fabriek en ontvangt daarvoor 121 euro, hiervan moet de leverancier 21 euro btw afdragen aan de belastingdienst. De fabriek betaalt 121 euro voor de grondstoffen en mag 21 euro terugvragen van de belastingdienst. Vervolgens verkoopt de fabriek het product aan de winkel en krijgt hiervoor 605 euro, hiervan moet de fabriek 105 aan btw afdragen aan de belastingdienst.
De fabriek betaalt dus € 84 aan btw (105 - 21). Hierbij zie je dus dat btw betaald wordt over de toegevoegde waarde, de inkoop exclusief btw is 100 euro en de verkoop exclusief btw is 500 euro. De waarde die de fabriek heeft toegevoegd is dus 400 euro en 21% hierover is 84 euro.
De winkel koopt het product in voor 605 euro en vraagt 105 euro terug aan de belastingdienst, ze verkopen het voor 1.210 euro en moeten hiervan 210 euro aan btw afdragen, per saldo betalen ze dus 105 euro aan btw (210 – 105).
De consument betaalt € 1.210 euro en mag niks terugvragen, omdat de consument geen ondernemer is.
Uiteindelijk wordt dus de 210 euro die de consument aan belasting betaalt in gedeeltes afgedragen door de leverancier (21 euro), fabriek (84 euro) en winkel (105 euro). Iedere partij draagt de btw af over de waarde die hij toevoegt, alle toegevoegde waardes bij elkaar komen samen exact op het btw bedrag dat de consument betaalt.
Voor diensten geldt dezelfde btw systematiek.
Dit is een hele simpele weergave van hoe het systeem werkt, als je dit weet dan is de rest van de omzetbelasting een stuk eenvoudiger te begrijpen. We zijn hierboven uitgegaan van één product of dienst, in de praktijk verkoop je meerdere producten en/of diensten en heb je verschillende kosten. Je hebt niet alleen inkoop, maar ook kantoorkosten, aanschaf van inventaris etc. op al deze kosten zit btw die je mag terugvragen.
Uiteindelijk moet je over elke euro die je binnenkrijgt aan omzet btw afdragen en alle kosten waar btw op zit mag je in mindering brengen. Hier komt dus per periode een totaal aan “af te dragen btw” en een totaal aan “te vorderen btw” het saldo van deze posten moet je betalen of krijg je terug indien je meer te vorderen dan te betalen hebt.