De VAR verdwijnt. Wat betekent dit voor jou?
In zijn blog van 8 december 2015 beschreef Mark Daamen de gevolgen van het verdwijnen van de VAR. Hij betoogde dat er geen loonheffingen en/of premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn door de opdrachtgever, als gewerkt wordt met goedgekeurde modelovereenkomsten. Inmiddels is de wetgeving goedgekeurd en treedt deze in werking per 1 mei 2016. Kan de vlag uit of zitten er nog wat addertjes onder het gras?
(Fictieve) dienstbetrekkingen
Voor de opdrachtgever telt maar één vraag. Loop ik het risico, dat ik door de Belastingdienst wordt aangeslagen, wanneer ik iemand voor mij laat werken? Dat risico bestaat wanneer sprake is van een echte- of fictieve dienstbetrekking. Voor een echte dienstbetrekking moet er een arbeidsovereenkomst zijn. Deze is aanwezig indien de verplichting bestaat om persoonlijke arbeid te verrichten, tegen een vergoeding en binnen een gezagsverhouding. Past een bepaalde situatie niet precies binnen deze criteria, maar zijn er wel sterke overeenkomsten? Dan stelt de Belastingdienst in een aantal situaties alsnog, dat er een dienstbetrekking is. Dit zijn de zogenaamde fictieve dienstbetrekkingen. De belangrijkste zijn de fictieve dienstbetrekkingen voor thuiswerkers, gelijkgestelden en uitzendkrachten.
Modelovereenkomsten Belastingdienst
De Belastingdienst heeft op haar site een fors aantal modelovereenkomsten gepubliceerd. Deze zijn onderverdeeld in ‘algemeen’ en ‘branches en beroepsgroepen’. Met name de algemene overeenkomsten zouden breed toepasbaar moeten zijn. Dat blijkt echter behoorlijk tegen te vallen, omdat het lastig (b)lijkt om de dagelijkse gang van zaken goed bij de tekst van de overeenkomsten te laten aansluiten. En als er wel een goedgekeurde overeenkomst is, maar daar wordt niet naar gewerkt? Dan kan de Belastingdienst de opdrachtgever toch aanslaan. En door de geldende spelregels hiervoor kan de aanslag ook nog eens veel hoger uitpakken, dan wanneer er van begin af aan regulier verloond zou zijn!
Bijzonder aandacht voor tussenkomstbureaus
Tot slot bijzondere aandacht voor één groep dienstverleners, namelijk de tussenkomstbureaus. Dit zijn organisaties, die ZZP’ers inhuren om deze vervolgens te verhuren aan derden. Deze organisaties worden tot op heden beschermd door de VAR tegen heffing van de Belastingdienst. Er is weliswaar een specifieke modelovereenkomst beschikbaar. Deze biedt echter geen bescherming indien de ZZP’er voor meer dan 70% werkzaam is voor één tussenkomstbureau en de opdrachten een langere duur hebben, dan gebruikelijk is. Tsja, wat is gebruikelijk?
Wat nu?
Het begin van het antwoord is een zorgvuldige inventarisatie. Welke personen worden ingehuurd, op welke basis (ZZP, uitzendbureau, e.d.) en op welke afspraken? Die inventarisatie bepaalt de beste oplossing. Een uitzendbureau of ‘payroller’ inschakelen? De organisatie zo inrichten, dat er wel gewerkt wordt volgens de gekozen modelovereenkomst en hierop ook controle is? Een zelf opgestelde modelovereenkomst laten goedkeuren door de Belastingdienst? Zo maar wat alternatieven.